Coos Huijsen

Coos Huijsen krijgt Frans Banninck Cocqpenning uit handen van Eberhard van der Laan

Huijsen is schrijver, medeoprichter en voorzitter van de stichting Het Blauwe Fonds. Het doel van de in 2007 opgerichte stichting Het Blauwe Fonds is om homo-emancipatie in Nederland te bevorderen.

Huijsen was in 1972, 1976-1977 Tweede Kamerlid voor de Christelijk-Historische Unie (CHU). In 1976 was hij één van de eerste openlijk homoseksuele volksvertegenwoordigers ter wereld.Van der Laan reikt penning uit aan Coos Huijsen

De Frans Banninck Cocqpenning wordt toegekend aan personen die zich meer dan twaalf jaar hebben ingezet voor Amsterdam op cultureel, sociaal, maatschappelijk of economisch gebied met een landelijke of internationale uitstraling. Hij kreeg de penning uitgereikt tijdens de presentatie van zijn boek ‘Homo Politicus’.

Grondwet
Als voorvechter van LHBTI-rechten heeft Huijsen een bijdrage geleverd aan artikel 1 van de Grondwet. Hij heeft de formulering: ‘… of op welke grond dan ook’ bedacht en legde hiermee de basis voor de Algemene wet gelijke behandeling. Daarin wordt, in tegenstelling tot de Grondwet, homoseksualiteit als non-discriminatiegrond expliciet genoemd.

Huijsen zette zich veelvuldig in voor Amsterdam. Hij was voorzitter van de Amsterdamse Gemeentelijke Werkgroep Homo-Emancipatie van 1985 tot 1986. In de werkgroep zette hij zich in voor het bevorderen van de homo-emancipatie in de maatschappij en het onderwijs in Amsterdam.

Hij is daarnaast actief in het organiseren en initiëren van diverse acties op het LHBTI- gebied. Huijsen stond aan de wieg van debatcentrum de Rode Hoed.

Homo Politicus
In zijn boek beschrijft Huijsen hoe het voor hem was om als eerste parlementariër uit de kast te komen in naoorlogs Nederland en de homo emancipatie in Amsterdam.

Huijsen verhuiste naar de hoofdstad toen zijn moeder hertrouwde. “Ik was ervan overtuigd dat uit de kast komen op een gegeven moment mogelijk moest zijn,” zei hij eerder tegen Het Parool. “Ook als politicus en zonder je baan te verliezen. Toen ik in 1976 weer in de Kamer kwam, was dat mijn politieke coming out. Het was er het goede moment voor, ook al was het niet zo dat er opeens allemaal homoseksuele politici waren. Het was in elk geval bespreekbaar geworden.”

Amsterdam
In Amsterdam was de vrijheid er volgens Huijsen toen volop: “Er is in Nederland in die jaren zo veel bereikt op het gebied van homo-emancipatie, ik voel me een product van die samenleving. Homo’s durfden voor hun rechten op te komen en de samenleving durfde zich voor die rechten open te stellen.”

Huijsen prijst onder andere de algemene gelijke behandeling, het huwelijk voor homoseksuelen en het verbod op weigerambtenaren. Hij noemt dit grote sprongen vooruit.